
25 augustus

‘s Avonds ben ik gaan eten in de “Canteen” vergelijkbaar met de Alma. Een maaltijd, inclusief een halve liter water en dessert kost er zo’n 50 roepies. Dat is nog geen euro. Eens terug in België zal ik snel de waarde van geld terug juist moeten, leren inschatten of ik ga fortuinen uitgeven... Er waren voor het eerst eggnoodles, maar je moet het blijkbaar als “i-jeknoodles” uitspreken, anders geven ze je vegnoodles. De vegnoodles waren erg lekker, maar ik kreeg ze niet op... Ik dacht in mezelf “ik kan het toch niet zomaar weggooien? Ik zou het aan iemand kunnen weggeven, maar dat kan dan weer als belediging opgevat worden” Ik liet wat overbleef dus gewoon staan...
Het was al donker wanneer ik op weg terug naar Kurinji, in het schijnsel van een lantaarn en op de rand van de stoep, een graatmager jongetje gehurkt zag zitten. Hij was met zijn dunne vingertjes de restjes eten uit een veel te klein klein bekertje aan het schrapen. “fuck!” dacht ik en ik kon even aan niets anders denken. Ik betrapte me er zelfs op dat ik dat ook luidop zei...
26 augustus:

Dit groter exemplaar had dit tafereel met veel interesse gade geslagen en wanneer hij afkwam wist ik dus dat de blik in mijn ogen onvoldoende zou zijn...
Ik had er al vaker over gehoord. Een paar weken geleden had Andy, de Duitser, hetzelfde meegemaakt. Naar Duitse gewoonten had hij de veldslag verloren en ik was niet hetzelfde van plan, want ik behoor tot de dapperste van alle Galiers* en bovendien was dat mangosapje me te dierbaar. Ook moet gezegd worden dat er veel volk in de buurt was en ik niet wou afgaan.
Er stond veel op het spel.
Ik moest snel iets bedenken want die bananeneter naderde steeds sneller en sneller. In een fractie van een seconde dacht ik plots terug aan een tafereel dat ik één van de eerste dagen na mijn aankomst op deze campus had gezien. Een man had namelijk uit reflex (en alsof het de normaalste zaak van de wereld is) een tak van de grond genomen en succesvol, agressief gegesticuleerd.
Het was mijn laatste hoop. Maar, doeme toch, er was nergens een tak te bespeuren...
Met de moed der wanhoop, want dat klinkt zo dramatisch, nam ik mijn flesje water nog wat steviger vast en wanneer hij net dicht genoeg was genaderd gesticuleerde ik enorm agressief met en met de intentie hem een “joef op zijn meule” te verkopen. Wat hem net op tijd wijselijk deed besluiten om deze Belg toch maar met rust te laten. Trots en met een scheutje adrenaline keek ik even rond, om te zien of iedereen het wel gezien had... en ja hoor genoeg volk had het gezien.
Fré vs harige dief: 1-0...
*Julius Caesar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten